Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Des konings gramschap is als het brullen eens [33]jongen leeuws; maar [34]zijn welgevallen is als [35]dauw op het kruid. 33. Genaamd bij de Hebreen chephir, die zeer moedig en fel is, zijnde ouder en meerder dan het welp van een leeuw, hetwelk zij gur noemen; zie Ezech.19:2. 34. Dat is, zijne gunst en goedwilligheid, die hij iemand toedraagt. 35. Waardoor het kruid bevochtigd, verkwikt en gevoed wordt.